Laurens Janszoon Coster deel 2

De mythe van Laurens Janszoon Coster

Wie is die man op de Grote Markt eigenlijk?

Haarlem staat niet bekend als een stad die haar helden opzichtig op een voetstuk plaatst. Kijk naar Godfried Bomans, die stilletjes een boek leest in een verborgen stadstuin. Of Jaap Eden, wiens bescheiden grafmonument verscholen ligt op de begraafplaats aan de Kleverlaan. Toch is er één uitzondering die eruit springt: Laurens Janszoon Coster.

Coster wordt maar liefst drie keer geëerd. Er is een monument in de Hout, dat sommigen ten onrechte zien als de oorspronkelijke sokkel van het beeld op de Grote Markt. Dan is er het beeld van Romeyn de Hooghe in de Hortus bij het Prinsenhof. En natuurlijk is er het beroemde standbeeld op de Grote Markt, waar wij Haarlemmers hem liefkozend "Lautje" noemen. En alsof dat nog niet genoeg is, prijkt zijn buste op de gevel van nummer 25 aan de Grote Markt, dat ooit als zijn woonhuis werd aangewezen.

Maar wie was hij nou eigenlijk? Volgens de verhalen ontdekte Laurens Janszoon Coster in 1423 de boekdrukkunst. Het verhaal gaat dat hij tijdens een wandeling door de Hout een letter uit een boomstam sneed – een initiaal van zijn kleinkind. De letter viel op het zandpad en liet een afdruk achter. Toen hij de afdruk zag, zou hij het idee hebben gekregen voor losse letters, waarmee boeken sneller gedrukt konden worden.

 

Een prachtig verhaal, maar is het waar?

Er is helaas geen enkel bewijs dat Laurens Janszoon Coster de uitvinder van de boekdrukkunst was, laat staan dat hij überhaupt bestaan heeft. Er zijn geen boeken of documenten van zijn hand gevonden, en er is niets bekend over een drukpers in Haarlem die ooit van hem geweest zou zijn.

Sterker nog, de tijdlijn klopt niet eens. Van de twee Laurens Janszoons die in Haarlem leefden, gebruikte de een nooit de naam "Coster," en de ander was in 1423 nog een kind. En dan was er ook nog een bosbrand in de Hout in datzelfde jaar, waardoor de kans op wandelingen door een weelderig bos nihil was.

Dus waar komt het verhaal vandaan? Het vindt zijn oorsprong in het boek Batavia van Adriaen de Jonghe, een geschiedschrijver uit 1566. Later werd de mythe verder verspreid door Gerrit Thomas, die zelfs zijn stamboom vervalste om te claimen dat hij een nazaat van Coster was.

 

En dat standbeeld dan?

In 1847 schreef een redacteur van de Staatscourant een vurige oproep om "de eer van het vaderland" te verdedigen. Hij riep op om een standbeeld te laten maken voor Laurens Janszoon Coster. Het idee kwam voort uit een verlangen naar nationale trots in een tijd van revoluties en onrust in Europa. Nederland had een nationale held nodig, en Coster leek een uitstekende kandidaat – een uitvinder van wereldformaat, zo werd beweerd.

Beeldhouwer Louis Royer kreeg in 1849 de opdracht om een bronzen beeld te maken. Maar hoe beeldhouw je iemand die nooit heeft bestaan? Royer maakte verschillende schetsen, maar gebruikte uiteindelijk zijn eigen gezicht als model. Het resultaat? Het is niet Coster, maar Louis Royer zelf die nu vanaf de Grote Markt op Haarlem neerkijkt.

 

Een mooie mythe

Laurens Janszoon Coster heeft de boekdrukkunst niet uitgevonden. Zelfs het pand op nummer 25 aan de Grote Markt, met de plaquette op de gevel, was niet zijn huis. De plaquette zat oorspronkelijk op het buurpand, nummer 23. Toch blijft het een mooi verhaal. Veel stadsgidsen vertellen het nog steeds met overtuiging, en eerlijk is eerlijk, het is een leuke gedachte dat een van de grootste uitvindingen ter wereld in Haarlem zou zijn gedaan.

 

Bron

Dit verhaal is gebaseerd op het boekje Haarlem ONGELOGEN (2017) en is herschreven in de schrijfstijl van deze website, zodat het zonder toestemming gepubliceerd mag worden. Het artikel inspireerde mij om verder te graven in de geschiedenis.