Wat je onderweg tegenkomt

Deze schaduwrijke route begint bij het 1) Sportpark Brasserskade, aan de noordrand van Delft. Al na een paar honderd meter duik je de eerste lommerrijke paden in, via het 2) Wandelpark de Nootdorpse Plassen. Een groene oase, waar bomen het zonlicht temperen en het water in de plassen voor verkoeling zorgt.

Via een slingerpad bereik je de rand van de 3) Grote Plas, waar je in de verte de skyline van Delft ziet, maar toch midden in het groen loopt. Langs rietkragen en smalle bruggetjes vervolg je je weg naar het hart van deze route: het 4) Bieslandse Bos. Hier wordt het stiller, koeler ook. Het bos is jong maar dicht begroeid, met zachte paden die zich als een slinger door het landschap trekken. Dit is een plek waar je je voeten voelt landen en je hoofd vanzelf leegloopt.

Tussen kilometer 9 en 12 volgt een ruimere lus richting de 5) Dobbeplas, een recreatiegebied met waterpartijen, eenden en – als je geluk hebt – een glimp van een ijsvogel. De route blijft grotendeels onder boomkruinen, met af en toe een open veld voor een glimp van de zon. Daarna keer je terug door het bos, opnieuw langs het kronkelende water van de 5) Poldervaart.

Op de terugweg passeer je opnieuw een deel van de 6) Kleine Plas en de rand van Klein Delfgauw. De bebouwing is nooit ver weg, maar wordt steeds gefilterd door bomen, water en ruimte. Uiteindelijk brengt de route je weer terug naar het sportpark, met een voldaan gevoel – en een stuk minder verhit dan je vooraf misschien dacht.